Vroeger werd er nog echt in het voorjaar grote schoonmaak gehouden. Alle plafonds werden dan gewassen en de overgordijnen gingen dan naar buiten. Alle matten werden grondig geklopt en ook werden de kasten allemaal uitgepakt, de planken van nieuw kastpapier voorzien als dat nodig was, en dan alles weer ingepakt.
Ook al het servies wat bijna nooit werd gebruikt werd grondig afgewassen.
Als de koeien dan weer definitief naar buiten waren werd de stal en de deel nog goed aangepakt.
De muren in de stal kregen weer een fris wit kleurtje en de vloer werd goed geschrobd zodat alles weer fris was, geen enkel plekje in huis werd overgeslagen.
Doorgaans was dan de maandag echt wasdag, ik weet nog dat mijn moeder al wel een wasmachine had maar die werd toen alleen maar voor de bonte was gebruikt. De witte was werd nog gekookt in de fornuispot die in de schuur stond en ook de werkkleding van mijn vader en broer ging in de fornuispot en werd later buiten in grote plastic kuipen uitgespoeld om daarna in een losse centrifuge te gaan.
Op zaterdag werden vaak de ramen gelapt buiten en de grind aangeharkt, dan was het weer netjes voor de zondag.