Bij ons in het dorp Puiflijk was een kapper met een dames- en herensalon. De beide ruimten waren vrij klein in omvang; er stonden een paar stoelen en een zgn. kapstoel waarin je plaats moest nemen bij het scheren of knippen. Verder was er een kleine buffetkast met spoelbak.
In de begin jaren vijftig van de vorige eeuw waren er nog geen elektrische scheerapparaten zoals nu het geval is.
Een aantal mensen had thuis een zgn. scheerkist om zich thuis op gezette tijden te scheren. Deze werd op tafel gezet met een spiegeltje en bakje heet water. Mijn vader had een groot scheermes, en tijdens het scheren mochten we als kinderen niet aan de keukentafel stoten, want dit gaf op het spiegeltje een beving en mogelijk sneed mijn vader zich dan in zijn gezicht.
Een vrij groot aantal mensen dat op de boerderijen werkte of op fabrieken van de scheepswerven, steenfabriek en dergelijke ging een of twee maal per week naar de kapper in het dorp om zicht te laten scheren bij de kapper; men begon daar thuis niet aan. Bovendien werden bij het bezoek aan de kapper alle nieuwtjes van het dorp uitgewisseld en dat bezoek had daarmee ook nog een sociale functie.
Het zat er vaak mudvol mannen die, als het regende en het werk buiten niet mogelijk was, even te tijd hadden om te kletsen of de laatste nieuwtjes en leugens uit te wisselen. Het zag ook vaak blauw van de rook want in de relatief kleine ruimte werd door ieder stevig gerookt; een raam mocht niet open want dan tochtte het.
Even naar de scheerbaan
Voor het scheren was op woensdagmorgen en zaterdag de hele dag het water aan de kook bij de kapper. Het scheren had voorrang boven het knippen van de haren. Kwam je op dat moment om te knippen en zaten er scheerklanten dan moest je wachten tot alle scheerklanten weg waren, dus als je dat van tevoren wist ging je die dag niet. In de volkmond heette het dan: ” ik ben even naar de scheerbaan”; dat voor degenen die thuis geen spullen of geen kennis hadden om met een groot scheermes om te gaan.
Rond 1968 is het pand door brand verwoest; het is niet meer herbouwd en de kapper zocht een baan als werknemer in bij een bedrijf.
3 januari 2015
Jan Reijnen