In de jaren dat er voldoende appels waren aten we thuis regelmatig ‘appelenpap’. Een pap van zure appels, bloem, karnemelk. Deze pap kon nog feestelijker worden gemaakt door er ‘boerenjongens’ of ‘boerenmeisjes’ aan toe te voegen. Alleen die kregen wij als kinderen niet.
Recept:
250 gram zure appels
125 gram bloem
Ruim 1 liter karnemelk
Stroop en anijspoeder
Bereiding:
Schil de appels en snijd ze in grove stukken. Verwijder de klokhuizen. Kook de stukken, op een laag vuurtje, in weinig water tot moes. Voeg de gezeefde bleom toe aan de koude karnemelk en roer er anijspoeder naar smaak door. Vermeng de bloempap langzaam met de gekookte appels. Pas op dat de bloem niet gaat schiften en breng alles nog een keer aan de kook. Serveer de warme pap met een stevige lepel stroop.