Een rauwe ham (schink of schinke) zoals de boeren en later de slagers in de Liemers hem maakten. De ham wordt gemaakt van het onderste platte deel van de varkensham. De zogenaamde plaat. Alleen de dikke bovenbil, het schnitzeldeel, wordt verwijderd. Het vlees wordt ruim 3 weken in droog zout gelegd waaraan een beetje peper is toegevoegd. Na het zouten is de ham ongeveer 30% ingedroogd. Het vlees wordt vervolgens ingesmeerd met een mengsel van zout, peper en smout (gesmolten varkensvet) (foto) en hangt dan meer dan 9 maanden te drogen. Pas dan is de kleur en de smaak optimaal. Vroeger was dat door de omstandigheden op de boerderij zeker niet het geval. Rauwe hammen werden vroeger gemaakt om het boerengezin ook gedurende de winter van vlees(waar) te voorzien. Ze hingen vaak onder slechte omstandigheden in de wieme, het plafond boven de kachel, (foto) en dat kwam de kwaliteit zeker niet ten goede ondanks het feit dat ze vaak in linnen zakken werden opgehangen en ook toen al met reuzel werden besmeerd.
Bederf
Dat insmeren met reuzel gebeurde om vliegen te weren. Deze legden namelijk hun eitjes in de insneden en beschadigingen van de ham waardoor de ham na enige weken vol maden zat en niet meer eetbaar was. Door de reuzel werd de kwaliteit nog een beetje bewaard, maar door de touwtjes waaraan de ham werd opgehangen ontstonden vaak schimmels en door de ouderdom werd het spek vaak 'gasterig of garstig' genoemd. De kleur werd langzaam vuil geel, de smaak was sterk ranzig en de geur was nauwelijks te harden. (foto) Desondanks werd de ham toch gegeten want weggooien was eigenlijk geen optie. Meer informatie over streekproducten.
https://www.eenwagenvolverhalen.nl/Eten-en-drinken/liemerse-schink.html#sigProId744d21c5d8