Van oorsprong betekent dauwtrappen heel vroeg opstaan om een wandeling in de natuur te maken. Historici zeggen dat de mensen vroeger op Hemelvaartsdag midden in de nacht op blote voeten zingend in het natte gras dansten. Het trappen zou een zuiverende werking hebben. Vandaar de naam. Die uitleg heeft dus niets te maken met mijn beleving van het dauwtrappen.
Wij gingen vroeger met een hele groep kameraden op de fiets (trappend dus) naar het Montferland. ‘Deerns kieken’, was de achterliggende gedachte. Voor dag en dauw gingen we op pad. Voorzien van een pak brood, melk of ranja in een stopfles en vol goede moed. Het was een beste trip, maar daar merkten we weinig van, lol was de hoofdzaak. Er was echter één maar. We moesten als keurige katholieke jongens naar de kerk. Daar werd door Pa Kwak dan ook uitdrukkelijk op gewezen. En hij zou het controleren gaf hij aan in niet mis te verstane bewoordingen.
Een leugentje om bestwil over de kerkdienst
Bij ons verslag van de dag na thuiskomst werd ons dan ook gevraagd waar we naar de kerk waren geweest en waar de pastoor over had gepreekt. Om te voorkomen dat we door het niet bezoeken van de kerkdienst in de problemen zouden komen deden we het volgende. We planden onze tocht zo dat we op tijd waren voor de dienst in de Heilige Georgiuskerk in Terborg. Daar kwamen we toch langs. We stonden achteraan in de kerk en vertrokken spoorslags wanneer we de preek hadden gehoord. We gingen daarna verder naar het Montferland. We kwamen volop ‘deerns’ tegen, maar had nauwelijks de moed om ze echt aan te spreken lefgozers dat we waren. Een leugentje om bestwil over de kerkdienst was de zwaarste ondeugd die dag.
Vorige week hebben we de kerk in Terborg nog even bekeken uit nostalgische motieven en meteen een nieuwe foto gemaakt. Mijn vrouw vroeg zich toen af of vader Kwak ook werkelijk naar de pastoor zou hebben gebeld. Ik denk van niet. Hij wist wel hoe het werkelijk zat.