Een liedje dat op elke bruiloft gezongen werd was:
Wie in januari geboren is, sta op
Wie in januari geboren is, sta op
Wie in januari geboren is,
Die neemt zijn glaasje van de dis
Drink uit, drink uit, drink uit
Schoon uit, schoont, schoon uit
De laatste regel werd net zo lang gezongen tot het glaasje leeg was.
Dan kwam het volgende liedje
We gaan nog niet naar huis
Nog lange niet, nog lange niet
We gaan nog niet naar huis
Want mijn moeder is niet thuis.
En al was mijn moeder thuis
Dan gingen we niet, dan gingen we niet
Al was mijn moeder thuis
Dan gingen we niet naar huis.
Niet naar huis toe gaan
Niet naar huis toe gaan
Want de fles moet leeg op de tafel staan
Verder werd er gezongen over de klok van Arnemuiden, Varen varen, en een liedje over de bruidegom die de bruid niet durft te kussen, Als er niet gekust werd, dan werd er gezongen:
Hij is met zijn gaatje in het water gevallen
Falderalde riere, falderalde rare.
Vaak, als er flink gezongen werd, kwamen er jongens uit de omgeving, die niet uitgenodigd waren, om stiekem wat uit de kelder te halen. Worst of krentenbrood en als het even kon een fles drank. Dit werd met z'n allen opgemaakt.
Dan werd het langzamerhand tijd voor de gasten om naar huis te gaan. Er werd dan nog gezongen:
Adieu, wij moeten
Elkander groeten
Adieu, vaarwel
Tot wederzien
Van Oudheidkundigevereniging De Broeklanden te Oldebroek
Schrijfster : Dini van der Velde
Oorspronkelijk in het Wezeper dialect geschreven