Hoe de pindasoep in Beek een “traditie” is geworden.
Pastoor Wesseling van de Bartholomaeus parochie in Beek heeft in het verleden 18 jaar in Ghana gewerkt en daar is deze soep een lekkernij. Sinds 1995 was hij Pastoor in Beek.
Door de goede contacten met de Cavalieren van de carnavalsvereniging in Beek, kwamen de prins met zijn pages en staf, voor de carnavalsoptocht in Beek begon, nog even naar de pastorie om iets te drinken op de Kerkberg. Ze hadden dan al een heel rondje gemaakt en het was altijd gezellig. De Pastoor vond dat ze ook wel iets te eten moesten hebben en niet alleen met drank op, aan die meestal koude optocht konden beginnen. Dus het jaar daarop werd er pindasoep gemaakt met een broodje erbij. In Ghana eet men fufu erbij. ( Kan hier moeilijk gemaakt worden. Erg lekker samen. Ik heb het in Ghana gegeten.) Ik woonde bij de pastoor op de pastorie en deed de boodschappen die nodig waren voor de soep en mocht helpen met uien snijden, kip plukken etc. Hij kookte de soep verder en door de jaren heen kan ik de soep ook maken. De Pastoor is in 2011 overleden, hij was al geruime tijd ziek. De traditie ging door. Ik woon intussen niet meer op de pastorie maar de soep gaat door op mijn nieuwe adres. Ook de Cavalieren willen deze traditie niet vaarwel zeggen. Ook dit jaar gaat de traditie door.
Recept pindasoep,
Kip met kippen bouillonblokken gaar trekken. Ik doe er soms ook een pot kippenfond bij voor de lekkere smaak. Daarna de kip heel klein pellen. Let heel goed op botjes. Wegzetten om later bij de soep te doen. De bouillon, gaan we alles in doen.
Verse uien (4 tot 6) heel klein snijden en glazig aanbakken met verse gember in olie. Blikje tomatenpuree erbij en een beetje sambal of cayennepeper. Dit in de bouillon doen.
Pak tomatensap (500 gr) of blikje tomatenbrokjes toevoegen en goed roeren. Beginnen met een pot normale pindakaas toe te voegen beetje bij beetje. (Mogelijk moet er wat meer in vanwege het binden) De kippenstukjes toevoegen en goed roeren en blijven roeren,
Dit zeker een uur laten sudderen op een laag pitje. Vaak de volgende dag pas echt lekker als de soep weer voorzichtig wordt opgewarmd.