Dat was een soort kermis, zou je kunnen stellen. De ossenmarkt was de jaarmarkt, een heel oude traditie en dat is ergens ontstaan toen de mensen nog met ossen werkten voor de ploeg. En die ossen werden dan, de tweede woensdag in oktober, dan was het werk op het land voorbij. En dan werden die ossen verkocht, want dat waren dure kostgangers om die in de winter te onderhouden dan kon je beter in de lente met nieuwe beginnen. En dan had je ook een spaarpotje, tegen de tijd dat het ossenmarkt was, kon je ze weer verkopen. Het hing ook samen met het inhuren van meiden, knechten, dienstbodes, maar wij noemen dat meiden. En die meiden konden dan aangeven of ze met de ossenmarkt zouden komen of vertrekken. Dat kon twee keer per jaar: dat was met de ossenmarkt en met Pasen. Dan kon je met de ossenmarkt beginnen en met de Pasen weg, tenminste als het allemaal goed was.