Volgens oud volksgeloof verschenen bij het invallen van de duisternis op de Lochemse Berg – en elders in Oost-Nederland – Witte Wieven. Dat waren vrouwelijke geestverschijningen, die bemoeizucht ongenadig afstraften. Dit is hun verhaal, zoals verteld door bakker Postel in Zwiep.

Aan de rand van de Lochemse berg woonde een boer met veel land en een struise dochter. Ze heette Johanna en had een oogje op Albert, zoon van arme boeren. Maar haar vader vond de welgestelde boerenzoon Hendrik een betere partij en wees Albert de deur. Verdrietig vanwege deze afwijzing reed Albert 's avonds de berg op en raakte de weg kwijt. Onverwacht doemden witte gedaanten op die paard en ruiter zomaar oppakten en in omgekeerde richting terugzetten. Pas toen zag Albert de afgrond van de Witte Wieven kuil, waar hij anders ingestort was. Als dank bracht Albert de volgende dag een huisgebakken koek naar de kuil en liet die daar op een schotel achter.

Hendrik kon Johanna niet bekoren. Wat haar vader ook zei, voor haar bleef Albert favoriet. Toen stelde vader voor ze een proef te laten afleggen. In het nachtelijk duister moesten ze naar de witte wieven kuil rijden en daar een ijzeren haarspit inwerpen met de woorden: "Witte wieven wit, hier breng ik oe het spit". Wie het eerst terug was zou Johanna als vrouw krijgen. Hendrik had het snelste paard, maar werd bang in het donkere bos. Hij gooide het spit in de struiken en reed in galop naar huis.

Albert, gedreven door de liefde, reed zonder aarzeling naar de kuil, wierp het haarspit erin en riep: "Witte wieven wit, hier breng ik oe het spit". Krijsend kwamen de witte wieven te voorschijn en achtervolgden Albert op zijn terugtocht. Eén van hen had het spit opgevangen en zat Albert zo dicht op de hielen, dat hij haar hete adem in zijn nek voelde. Johanna had een lamp op de deel gezet en stond gespannen op Albert te wachten. Zodra die de deel op reed gooide Johanna de deur achter hem dicht, vlak voor het witte wief. Deze gooide van woede het spit achter Albert aan. Trillend bleef het steken in de deur. Albert en Johanna omarmden elkaar en trouwden in het voorjaar. De volgende dag lag op de stoep van de boerderij een haarspit op een schotel, net als waar de koek op had gelegen. Haarspit én schotel waren van goud! De Witte Wieven bleken Albert en Johanna goedgezind en ze leefden nog lang en gelukkig.

Gerelateerde verhalen

Witte Wieven bij Solse Gat Witte Wieven bij Solse Gat

AudioGalerij
Categories:: Streek-en volksverhalen Sage Volksgeloof Zwiep Lochem Keuze van de redactie

Meer verhalen

VideoGalerij

Olieslaan uit beukennootjes

12 juli 2014
Ben van Os

Folk-song over Bommel-gevoel

17 december 2015
Laurens Krah

Bier kopen om te gooien bij Normaal

07 december 2015
Maria Te Stroet

Gekookte oren voor de hond

27 oktober 2014
Rita van Liere

Gemis van kroeg als bindmiddel

24 juni 2014
J. le Poole
Video

Crossen met kevers in Laren

11 januari 2016
Ton Hissink
Video

De witte juffer van Kwadenoord

03 november 2014
Erica Broers

Roosjes maken voor de Ooyse kermis

19 juni 2014
Merel Lammertink

'nDrom

02 september 2015
Hans Mellendijk
Galerij

Palmpasen

07 februari 2015
Gerhard Kwak

De steen van Deil

10 maart 2015
Harry van Ewijk

Ontbijt op school

22 juli 2015
Gerhard Kwak

Bielemannen in Hummelo

22 augustus 2014
Henk Greven
Video

De touwslager

09 juni 2015
Dick Jagtenberg

De natering moet een feestje zijn

23 oktober 2015
Werner Willemsen

Eieren rollen

28 oktober 2014
Stien Meuleman

Sigaretten en bowl op verjaardagen

16 februari 2015
Jaap Prins

Diekhook in 't Lech

20 april 2015
Marloes Fleissner

Gebetsgang von Emmerich nach Netterden (GLD)

07 maart 2015
Vereniging Leefbaarheid Netterden

Stiefselavond

28 februari 2015
Gerry Klein Overmeen