Bloemenmutsjes voor toekomstige Heidehoogheden
Nodig: wol, diverse kleuren
4 sokkennaalden 4mm
Onderrand
De onderrand van de muts bestaat uit punten, die afzonderlijk gebreid worden.
- Zet 3 steken op, brei 1 naald averecht, meerder in de 2e naald 2 steken, averecht overbreien ( 5 steken)
- Elke rechte naald 2 steken meerderen en averecht overbreien, etc.
Erica mutsje
In wit, 8 punten, die telkens 9 steken bovenaan hebben, na de averechte naald, alle stukjes over 3 naalden verdelen en dan een naald recht breien.
Dan volgt een boordsteekrandje van 4 toeren.
Daarboven brei je door tot de hoogte van de muts vanaf de eerste gemeenschappelijke naald 13 cm is. Kleur eerst wit, dan overlopend naar rose.
Minderen: Brei telkens de 7e en 8e steek samen, 1 toer overbreien, dan steek 6 en 7 samenbreien, en een toer overbreien. Etcetera tot je nog 7 steken op de naald hebt, draad doorhalen en afwerken.
Steeltje met blaadjes
Brei een I-cord met 4 steken.
Zet 4 steken op, brei 4 steken, houd dezelfde kant van de werk naar je toe en schuif de steken naar rechts op de naald en haal de draad achterlangs en brei weer 4 steken.
Ga door tot 3 of 4 cm.
Zet dan de steken op 3 naalden en meerder om de steek 1 steek, , herhaal dit eventueel, als je veel blaadjes wilt.
Bij het ene mutsje 4 groene blaadjes, andere 5.
Steeltje en blaadjes vastnaaien boven op het mutsje.
Callunamutsje
Brei 4 grote punten in lichtlila, zoals bij Erica, maar ga door tot elke punt 19 steken heeft.
Dan op 3 naalden zetten , 1 toer breien, dan 4 toeren boordsteek.
Vervolgens 4 toeren recht. Werk even laten rusten.
Brei nogmaals 4 punten met bovenaan 19 steken met donkerder lila.
Brei dan steek voor steek de nieuwe punten samen met de onderkant van het mutsje en brei het mutsje verder met de donkere kleur, zoals boven beschreven.
Dit patroon kan voor vele bloemenvariaties gebruikt worden.
Veel plezier gaf het mij, Karla Roseboom