De krentenwegge van vroeger – die hele lange zoals velen die kennen - associeer ik juist niet met geboortes maar met inseminaties. Inseminaties? Jazeker, inseminaties! Wat was namelijk het geval in mijn jeugd bij ons thuis, daar aan de rand van Lichtenvoorde?
Onze boerderij was de laatste en enige in het uitgestrekte weidegebied tussen Lichtenvoorde en de Vennebulten, zodat bijna alle tochtige koeien uit dit gebied bij ons achter het huis werden geparkeerd om daar geïnsemineerd te worden. Het insemineren kon in principe ook in het eigen weiland van de landbouwer iets verderop gebeuren, maar niet het schoonmaken van de spuit. Voor dat schoonmaken werd heet water gebruikt en dat werd door mijn moeder aangeleverd.
Aan het eind van elk weideseizoen werd dat koken in natura vergoed met een krentewegge van circa een halve meter. Het was er niet één maar zelfs meerdere achter elkaar, een mooi gebaar van verschillende boeren uit het dorp. Verschillende boeren met identiek gebaar. Het waren zoveel ‘weggen’ dat wij ons er bijna ongans in aten. Sindsdien is een snee krentebrood voor mij niet langer een speciale lekkernij.