Nodig: wol groen, (Coburg Fuchs, geverfd met Rode Rietpluim) Geel, Wouw, Rood, cochenille, Restje donkerbruin voor het steeltje, Sokkennaalden 4mm
Zet op 3 naalden , met groen, 6 steken op, brei 1 toer.
Meerder in de 2e toer 3x1 steek ( 9),
1 toer overbreien.
Meerder in de 4e toer 3x2 steken (15)
1 toer overbreien.
Brei in de volgende toer af en toe een paar steken met geel (en neem de draad van de andere kleur aan de achterkant, om de steek mee). Meerder per naald ook 2 steken (21)
1 toer overbreien.
Brei nu steeds meer geel, minder groen, meerder nogmaals 6 steken (27),
1 toer overbreien, helemaal geel.
Meerder nogmaals 6 steken, (33)
1 toer overbreien.
Brei nu af en toe enkele steken rood in en meerder voor de laatste keer 6 steken.
Brei 8 toeren over, tekens meer rood, minder geel.
Minderen
Brei steek 6 en 7 samen, dan 1 toer overbreien.
Dan steek 5 en 6 samenbreien en 1 toer overbreien, etc.
Als er nog 3 steken over zijn , gaatje openhouden, vul nu door deze opening de appel met schapenwol, mag stevig en haal je de draad door de laatste steken en zet hem goed vast.
Afwerking
Trek de draad van de opzet door de hele appel naar het eindpunt en terug, en trek strak aan , waardoor de appelvorm ontstaat.
Maak 5 kleine groene puntjes voor het kroontje, met haaknaald of borduurnaald.
Haak met bruin een kort steeltje.
Eventueel een groen blaadje.
Brie een I-cord van 3 steken, 2 cm hoog, meerder 2 steken naast de middelste steek en brei op 2 naalden verder in tricotsteek, averecht overbreien.
Meerder nog 2x2 steken naast de middelste steek en minder daarna in de rechte naalden tekens 1 steek aan elke rand van het blaadje.
Voor de punt, 1 afhalen, 2 samenbreien, 1e steek overhalen.