Enige tijd geleden werd ik verrast met een heel oude krantenpagina. Daarin was een advertentie geplaatst door mijn grootvader Johannes Gerhard Kwak destijds de uitbater van Hotel Germania aan het Weurden nr 41 in Winterswijk. Het was een pagina uit de Nieuwe Winterswijksche Courant van 13 augustus 1920. Mijn grootvader prijst daarin zijn dranken aan die hij verkocht vanuit een heel klein slijterijtje dat was gelegen achter de gelagkamer van Germania. Het was een hokje van niets met aan de wanden een aantal schappen met daarop de flessen drank en een kleine balie. Je kon er komen door een deur gelegen aan het kleine steegje aan de linkerkant van het hotel. Dat was slim bedacht want dan hoef je als koper niet door de gelagkamer en zag vrijwel niemand dat je weer een fles kocht.
Kleine jeneverglaasjes zonder voet
Grootvader Kwak had echter een probleem. De meeste kopers die binnenstapten dronken graag een neutje en daar moest hij natuurlijk wel van profiteren. De regel in zijn slijterij was: ‘Eén borreltje en dan wegwezen.’ Daarmee voorkwam hij dat de slijterij een tweede gelagkamer werd. Ook serveerde hij de neutjes in een koetsiersglaasje. Niet de originele grote koetsiersglazen waarin bier wordt geschonken zoals we die kennen van het Pauwel-Kwakbier (geen familie), maar kleine jeneverglaasjes zonder voet. Die moesten de klanten vasthouden om leeg te drinken en konden niet neergezet worden om eens op het gemak bij te praten. Bijpraten deed je in de gelagkamer volgens opa Kwak. Daar zat wel een voet aan de glaasjes. Dan bleven ze langer zitten.